top of page

Het Experiment gesloten coffeeshopketen is geen opgang naar volledige legalisering

Foto van schrijver: Simone van BredaSimone van Breda

Op 7 april 2025 start de experimenteerfase van het Experiment gesloten coffeeshopketen, een belangrijke stap in de regulering van de cannabisproductie en -verkoop in Nederland. Tien gemeenten mogen zich dan exclusief richten op de verkoop van gereguleerde cannabisproducten, geleverd door geselecteerde telers. Dit experiment wordt gepresenteerd als dé kans om te onderzoeken of een volledig gereguleerde cannabisketen de illegale markt kan vervangen. Maar de realiteit is anders: dit experiment is geen opstapje naar landelijke legalisering. Sterker nog, de kans bestaat dat het na afloop eenvoudigweg eindigt zonder blijvende veranderingen.


Een fundamenteel verschil

Hoewel zowel de initiatiefwet als de experimentwet gericht zijn op het aanpakken van de problematiek rond hennepteelt en verkoop, verschillen hun doelstellingen en juridische benadering fundamenteel.


De initiatiefwet: Codificatie en uitbreiding van het gedoogbeleid

Het initiatiefwetsvoorstel, ingediend door Vera Bergkamp (D66) in 2015, was bedoeld om het bestaande gedoogbeleid voor coffeeshops uit te breiden naar de teelt van cannabis. Dit voorstel had als hoofddoel om de zogenoemde achterdeurproblematiek op te lossen: coffeeshops mogen cannabis verkopen (gedoogd), maar moeten hun voorraad illegaal inkopen.


Doelstellingen van de initiatiefwet:

  1. Codificatie van het gedoogbeleid: Het voorstel beoogde het bestaande gedoogbeleid wettelijk vast te leggen, zodat niet alleen verkoop, maar ook teelt onder voorwaarden gedoogd kon worden.

  2. Uitbreiding naar teelt: Het gedoogbeleid zou worden uitgebreid naar telers, die onder een gedoogbeschikking cannabis konden telen voor verkoop aan coffeeshops.

  3. Decentralisatie: Gemeenten zouden een grotere rol krijgen in het bepalen van lokaal coffeeshopbeleid, zoals het maximumaantal coffeeshops en regels voor vestiging en verkoop.


De initiatiefwet voorzag in een stap richting landelijke regulering en gaf telers en coffeeshops meer rechtszekerheid. Dit voorstel werd door veel voorstanders gezien als een basis voor een gereguleerde cannabismarkt in Nederland.


De Experimentwet: een tijdelijke proef

De Wet experiment gesloten coffeeshopketen, die in werking trad op 1 juli 2020, heeft een geheel andere insteek. Het is een tijdelijke proef, gericht op het onderzoeken van de effecten van een volledig gereguleerde cannabisketen. Het experiment wordt uitgevoerd in tien geselecteerde gemeenten en duurt maximaal vier jaar.


Doelstellingen van de experimentwet:

  1. Gesloten keten: Binnen het experiment mogen geselecteerde telers cannabis produceren, die alleen verkocht mag worden in coffeeshops in de deelnemende gemeenten.

  2. Volledige regulering: Binnen de experimentele keten is er geen sprake van gedoogbeleid; teelt en verkoop zijn volledig gereguleerd en niet strafbaar.

  3. Wetenschappelijk onderzoek: Het experiment moet aantonen of een gereguleerde keten de illegale markt kan terugdringen en wat de effecten zijn op volksgezondheid, veiligheid en criminaliteit.

Het experiment is expliciet bedoeld als een proef, zonder voorafgaande garantie dat de resultaten zullen leiden tot landelijke regulering.


Belangrijkste verschillen tussen de wetten

Kenmerk

Initiatiefwet (D66)

Experimentwet

Doel

Codificeren en uitbreiden van het gedoogbeleid

Onderzoeken of een gesloten keten haalbaar en wenselijk is

Beleidsomvang

Landelijk beleid voor coffeeshops en telers

Tijdelijke proef in tien gemeenten

Juridische constructie

Gedoogbeschikkingen voor verkoop en teelt

Volledige regulering binnen de experimentele keten

Rol van gemeenten

Centrale rol in het vaststellen van lokaal coffeeshopbeleid

Gemeenten voeren experimenteerregels uit, met beperkte invloed

Strafbaarheid

Strafbaarheid blijft bestaan, maar wordt door gedoogbeleid opgeschort

Strafbaarheid wordt tijdelijk opgeheven binnen de keten

Spanningen tussen beide modellen

De verschillen tussen de initiatiefwet en experimentwet zorgen voor spanningen en misverstanden. Veel betrokkenen en waarnemers zien het experiment nog steeds als een opstapje naar de volledige regulering zoals beoogd in de initiatiefwet. Dit is echter niet het geval. Zoals gesteld in de Kamerstukken: “De regering is van mening dat de juridische constructie die is gekozen bij het experiment, namelijk het reguleren van de volledige coffeeshopketen, te prefereren is boven een codificatie en uitbreiding van het gedoogbeleid.” (Eerste Kamer, 2021, p. 5).


Einde experiment: regulier beleid of terug naar de oude situatie?

De initiatiefwet was een ambitieuze poging om cannabisproductie en -verkoop structureel te reguleren en de achterdeurproblematiek op te lossen. De experimentwet daarentegen is een tijdelijke en beperkte proef, gericht op het verkrijgen van wetenschappelijke inzichten. Zoals expliciet vermeld in de Kamerstukken: “Mochten de resultaten van het experiment niet leiden tot situatie waarbij regulering gewenst is, dan vervalt de experimenteerregelgeving en wordt er teruggekeerd naar het huidige beleid (of zou er kunnen worden besloten ook het huidige gedoogbeleid stop te zetten).”(Eerste Kamer, 2021, p. 6).


Als het experiment afloopt zonder positief resultaat of politiek draagvlak, worden alle betrokkenen – coffeeshophouders, telers en gemeenten – teruggeplaatst in de oude situatie waarin het huidige gedoogbeleid geldt. De experimentwet vervalt dan, en de opgebouwde regulering en samenwerking binnen de gesloten keten verdwijnen volledig. Dit betekent onzekerheid en mogelijk wantrouwen bij de betrokken partijen die zich aan de strikte eisen van het experiment hebben gehouden. Het vooruitzicht dat zelfs het huidige gedoogbeleid ter discussie kan komen, maakt deze situatie des te precairder.


Met de start van de experimenteerfase op 7 april 2025 is het cruciaal om nu na te denken over wat er na afloop van het experiment moet gebeuren. Zonder een helder plan dreigen de opgebouwde inzichten en inspanningen verloren te gaan, wat zou leiden tot een terugkeer naar de oude, problematische situatie. Het is van essentieel belang om nu al te bepalen hoe een eventuele landelijke regulering eruit moet zien en welke stappen nodig zijn om vooruitgang te waarborgen. De focus moet liggen op het voorbereiden van een toekomstgericht en duurzaam beleid dat niet alleen de achterdeurproblematiek oplost, maar ook een stevige basis biedt voor een gereguleerde en gecontroleerde cannabismarkt in Nederland. Alleen door nu concrete keuzes te maken en een visie te formuleren, kan worden voorkomen dat het experiment eindigt in stagnatie en onzekerheid.


Bronnen

188 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


©2024 by Simone van Breda. 

bottom of page