Het recent gesloten regeerakkoord voor de periode 2024-2028 werpt een scherpe blik op het drugsbeleid in Nederland, wat een directe impact kan hebben op coffeeshops en het lopende Wietexperiment. Hoewel het akkoord niet uitgebreid ingaat op deze specifieke onderwerpen, kunnen we wel enkele belangrijke implicaties afleiden.
De coalitie van PVV, VVD, NSC en BBB benadrukt in het akkoord een zero-tolerance aanpak van georganiseerde misdaad, waaronder drugshandel. Dit vertaalt zich naar een versterkte inzet op handhaving, bewaking en preventie, evenals naar maatregelen gericht op het ontnemen van crimineel vermogen en het aanpakken van witwaspraktijken. Hoewel deze maatregelen breed geformuleerd zijn, zullen ze ongetwijfeld van invloed zijn op de cannabisindustrie.
Hoewel het akkoord geen expliciete wijzigingen voor het coffeeshopbeleid noemt, kunnen de strikte handhaving en controlemaatregelen, zoals opgenomen in het akkoord, indirecte gevolgen hebben voor coffeeshops. De nadruk op een hard drugsbeleid kan leiden tot strengere handhaving, wat kan betekenen dat coffeeshops vaker worden gecontroleerd. De toevoeging van de "patseraanpak" in het akkoord benadrukt de vastberadenheid van de coalitie om de banden tussen criminaliteit en vermogen aan te pakken.
Als voorvechter van een verantwoord drugsbeleid en voorstander van de legalisering van cannabis, ben ik diep bezorgd over de conservatieve koers die het regeerakkoord lijkt te volgen. In een tijd waarin steeds meer landen over de hele wereld stappen zetten richting legalisatie en regulering van cannabis, lijkt Nederland vast te houden aan een traditionele en restrictieve benadering van het drugsbeleid.
De nadruk op verbod en strikte regulering kan conflicteren met de doelstellingen van het Wietexperiment, dat juist probeert om een gereguleerde markt te creëren. Dat we deze regeerperiode niet gaan legaliseren of uitbreiden lijkt evident. Ook het bezit van cannabis blijft verboden, zelfs voor consumenten die hun cannabis legaal hebben verkregen in een van de deelnemende coffeeshops. De coalitiepartijen hebben in dit kader niets gedaan om de rechten van consumenten te beschermen of stappen gezet in het kader van de volksgezondheid. De 1.1 miljoen cannabisconsumenten worden simpelweg genegeerd, terwijl de illegale markt blijft bestaan. Dit beleid blijft gericht op criminalisering in plaats van op de regulering en harmreduction, ondanks de potentiële voordelen van een gereguleerde markt voor zowel consumenten als de samenleving. Iets wat internationaal wel erkend lijkt te gaan worden.
Als voorzitter van de bond van Cannabisdetaillisten roep ik de Nederlandse overheid op om een meer progressieve en inclusieve benadering te omarmen, waarbij de belangen van cannabisconsumeten worden erkend en beschermd. We zouden moeten werken aan een drugsbeleid dat gebaseerd is op feiten, wetenschap en het welzijn van burgers, met als doel drugscriminaliteit te bestrijden en de volksgezondheid te bevorderen.
Comments